Vandaag naar de kerk, voor het eerst in weet-ik-veel hoeveel jaar. Wel een iets andere kerk dit keer. Een vale tent, wekelijks opgetuigd middenin Molweni, een uitgestrekt landelijk gebied waar de meeste mensen in grote armoede leven. We komen flink te laat aan - niet alleen omdat we met 42 kids zijn, maar ook omdat de kerk al om 8:00 begint en dat voor de meesten een beetje te bont is. Maar wat een entree.
Al wanneer we het modderpad oprijden met de auto komt een enorm gezang ons tegemoet, alsof de tent geen 200 maar 2000 mensen huisvest. Bij binnenkomst blijken alle 200 kerkgangers te staan dansen voor hun stoel, en uit volle borst te zingen. Voorin de kerk springt, hopst, rent en beweegt een soort sfeermaker als een gek heen en weer. Alleen hij maakt het schouwspel al meer dan de moeite waard.
Tussen het gezang - waaraan werkelijk iedereen meedoet - wordt er gebeden. Af en toe begint her en der iemand spontaan God, Jezus of zichzelf te prijzen. Nadat we er ongeveer een half uur zijn komt Zodwa binnen. Of eigenlijk Gogo, de liefkozende term die grootmoeder betekent en die bijna iedereen hier gebruikt om haar aan te spreken. De oprichtster van het tehuis, een enorm mens in alle opzichten.
Ze wordt direct uitgenodigd om voorin de kerk te komen zitten en krijgt de microfoon. Het is een bijzondere dag, omdat vandaag de kinderen van Agape voor het eerst allemaal in de kerk zijn. Dankzij de bus die Uthando, met dank aan TV Gelderland, kocht voor Agape. Gogo begint te vertellen.
Niet alleen over de bus, de herbouw van Agape en het vrijwilligersprogramma. Nee, ze vertelt over hoe ze haar eigen kinderen heeft verloren. Zes kinderen, van wie er inmiddels vier overleden zijn. Twee aan AIDS, zoals zovelen hier. Eén is in het donker op de snelweg aangereden en zo vaak door een auto overreden voor hij werd gevonden dat de familie hem niet meer mocht zien. En één werd doodgestoken voor zijn moeders ogen nadat hij de buren had geconfronteerd met het stelen van electriciteit van de familie, voor de halve buurt.
Haar laatst overgebleven zoon heeft enkele weken te horen gekregen dat hij HIV-positief is. Hij is inmiddels zo ziek dat een telefoongesprek moeite kost.
Het kippevel trekt over mÃn rug als ze vertelt dat God haar drie zonen heeft weggenomen, maar er haar nu één heeft terugbezorgd. En dat hij zelfs lijkt op één van hen - alleen een ander kleurtje.
Ze roept me naar voren en vraagt me zelf te vertellen wat ik hier doe. Slik. Eerst maar eens uitgelegd - net als van de week aan de kinderen - dat wij blanken zoiets kennen als blozen. En dat we knalrood worden als we in het middelpunt van de aandacht staan, of ons schamen. Alles wordt simultaan vertaald in het Zulu en ik vraag me af of de boodschap overkomt - ze hebben er hier niet eens een woord voor.
Sjah, verder kan ik eigenlijk alleen maar vertellen dat niet zij, maar ik, dankbaar ben. Dat ik drie jaar geleden verliefd ben geworden op dit land, op "mijn" kinderen maar vooral ook op de fantastische spirit hier - met Gogo als levend voorbeeld. Ik voel me piepklein worden als vanuit de tent op verschillende plaatsen mensen "yeah", "praise the lord" en nog zo wat van die dingen roepen - en nog kleiner als ineens de hele kerk opstaat en begint te klappen en te schreeuwen.
Misschien dat ik heel even, een heel klein beetje, weer geloof.