Vandaag in de supermarkt stond er een vrouw voor me in de rij. Begin dertig, zag er leuk uit, twee kinderen in de kar. Ik schat dat ze zo 2 en 3 waren; een in het zitje voorin, de ander tussen de boodschappen. Samen alles op de band leggen, lekker er nog wat afgooien, beetje lachen, prachtig. En toen gebeurde ët.
Er komt een onbestemd type binnen. Zo'n beetje viezige man. Of het een dakloze was kon ik zo niet zeggen, maar fris was ie allerminst. Het vermoeden van verslaving werd min of meer bevestigd doordat hij vooraan de kassa kwam staan, omdat hij alleen een statiegeldbonnetje wilde inleveren. Maar de aardige mevrouw was nog niet klaar met afrekenen dus er moest even gewacht worden.
Bij binnenkomst en de keuze van 'haar' kassa keek ze al een beetje verschrikt. Een beetje balend, dat dit nou net haar moest gebeuren. Het werd echter erger toen de onbestemde vrolijk bleek te zijn. Hij begon met haar kinderen te grappen; een soort dansje, met rauwe stem wat onzin uitkramend. De kinderen vonnden het uiteraard prachtig. Het hele toneelstuk duurde maar een minuut, misschien anderhalf, maar de reactie van de mevrouw was tekenend.
Vanaf het moment dat de man in de buurt van haar kinderen kwam en zijn jolige optreden begon verhardde haar blik. Ze werd zenuwachtig, bleef heen en weer kijken tussen haar boodschappen en haar kinderen, en voelde zich duidelijk ongemakkelijk. Toen de man maar bleef staan en zelfs naar één van haar kinderen wees in zijn spel, veranderde haar blik in ronduit strijdlustig. Ze was klaar om bij de minste of geringste beweging in te grijpen, en ik weet zeker dat ze terstond een gruwelijke hekel aan de man had.
Maar, dacht ik, wat kan er toch gebeuren? Tuurlijk, volstrekt natuurlijke reactie om je kinderen te willen beschermen, maar wat kon er nou gebeuren? Klaarlichte dag, tientallen mensen in de supermarkt waarvan zeker een dozijn bij de kassaís en eigenlijk in het geheel geen dreiging. Zelfs al was het onwaarschijnlijke waar en had de man kwaad in de zin, dan was het nagenoeg onmogelijk om ook echt iets uit te halen. En toch is haar reactie voor vrijwel iedereen logisch, begrijpelijk, en misschien zelfs wel zoals je het zelf ook zou doen.
Ik ging eens terugdenken en kwam tot de conclusie dat elke dakloze die ik ooit ontmoet heb (meestal in het buitenland overigens, maar ze lijken me niet zo heel verschillend in levensstijl, gedrag en voorkomen) waren eigenlijk allemaal hele aardige mensen. Ik herinner me de Nederlandse dakloze in Nice, die "was blijven hangen omdat het er zo relaxed was" en die dolblij eindelijk weer eens Nederlands te kunnen praten. En dit alles nadat zijn Franse vriend ons had gedwongen om te "wait here", terwijl hij vol opwinding zijn "Holland friend" ging halen. Of de man in Lissabon, die we een half uur gezocht hebben omdat hij zo vriendelijk reageerde toen hij ons om geld vroeg en we in eerste instantie niks gaven. Toen we alsnog besloten ons overschot van de dag in z'n MacDonalds beker te deponeren was zijn blik en zijn reactie hartverwarmender dan wat we die hele vakantie hadden gezien.
Dus, waarop was de angst en de hekel van de mevrouw nou toch gebaseerd? Ongetwijfeld haar onvolledige en ongefundeerde beeld van daklozen en andere onbestemden, dat haar door de rest van de samenleving wordt opgedrongen. Maar volgens mij is het meer. Volgens mij is het de mens eigen om iets dat we niet kennen te wantrouwen, om er vanuit te gaan dat het iets slechts is. Helemaal als het om onze kinderen, ons nageslacht, onze toekomst gaat. En volgens mij zie je het overal.
Zou de rechts-extremist die van de week in Belgie tekeer ging een reëel beeld hebben van de vrouwen en het kind die hij doodschoot? Zou de Palestijn die met een gordel om in de bus gaat zitten weten wie er om hem heen zitten? Of een actiegroep, die strijdt tegen de komst van een asielzoekerscentrum in hun dorp? Of zouden al deze mensen gewoon bang zijn, omdat ze eigenlijk niet weten met wie of wat ze te maken hebben?
Och, misschien overdrijf ik wel en wilde de vrouw gewoon niet dat haar kinderen ook zo gingen ruiken.